Toelichting:
NOTE: for the english translation click here.
In een tak van de familie van Roekel wordt het verhaal van vader op zoon
overgeleverd dat de familie afstamt van Jan de Bakker, de eerste
martelaar in Noord Nederland.
NOTA BENE: Vooralsnog is dit NIET MEER dan een levende familie-legende.
VRAAG: Mocht iemand iets meer weten van de connectie tussen Jan de Bakker en de familie van Roekel dan hoor ik dat heel graag!
Een familie legende
In een email van 9-8-2006 schrijft Henry Wagensveld mij het volgende:
"Op uw site zag ik de geschiedenis van de familie van Roekel vermeld. Het is misschien vermeldenswaardig dat in mijn stamlijn (Gerrit van Roekel 1891-1985 was mijn overgrootvader) het verhaal van vader op zoon werd verteld dat wij afstammen van Jan de Bakker (Johannes Pistorius Woerdensis) één van de eerste Nederlandse martelaars. Het was bij de oude geslachten die nooit aan stamboomonderzoek hebben gedaan ook bekend dat de familie vroeger Backer heette.In een volgende email van 14-8-2006 schrijft Henry nog:
Het verhaal gaat dat Jan de Bakker (en dat is zeker) het celibaat heeft geschonden nadat hij afstand heeft gedaan van de Roomse kerk (zie ook het artikel op www.wagensveld.tk) Hij had 2 kinderen. Ook de naam van zijn vader (Jan Dirksz) ligt in de lijn. De vrouw van Jan is volgens de overlevering na zijn dood gevlucht naar de Veluwe en heeft een onderkomen gevonden in het buurtschap Roekel te Ede. In de loop der tijd is de familie zich dan ook van Roekel gaan noemen."
"Naar mij bekend is had Jan de Bakker 2 kinderen. De bronnen spreken elkaar hierin wel tegen. In het dom-archief in utrecht zijn 2 verschillende vermeldingen gevonden. In het ene stuk wordt niet over kinderen gesproken en een ander stuk leert ons dat zij ook zijn kinderen tot in de dood zullen vervolgen. Kortom, veel is niet bekend, alleen het verhaal dat de vrouw van Jan naar de Veluwe is gevlucht zou houvast kunnen bieden."
In een email van 5-6-2008 stelt Jacob Slack uit de USA nog enkele interessante vragen over een mogelijke connectie tussen Floris Dirksz en Jan Dirksz, de vader van Jan de Bakker:
"I am searching for the father of Floris Dirksz, who lived outside the Woerden city wall in 1463. I read your webpage about the legend of Jan de Bakker. Jan de Bakker was a son of Jan Dirksz, who was Woerden church sexton. Could Floris Dirksz have been a brother of Jan Dirksz? What do you know about Dirk Jansz and his family?
My family name is Slack, derived from Slecht or Slechten. Other members of the Slecht family during the 15th century were church leaders: Tilman Slecht von Elmpt (Germany), Kanunnik of St. Lambert Cathedral in Luik Belgium and Chancelor to Count Carl van Gelre; Heinrich Slecht, Kanunnik and Priest of Borner Kirche near Elmpt; Johann Slecht von Boppard (Germany), Vikar of St. Barbara's Church; Wilhelm Slecht de Elmpt, Kantor of St. Quirin de Neuss (Germany); Henricus Slecht, Abbot of Werden Abbey in Essen Germany; Franziskus Slecht, Priest of Gosseltshausen in Wolnzach Germany; Rheinbold Slecht, Kantor of Straussburg France.
These Slecht men who were church leaders during the 15th century leads me to believe that the family of Floris Dirksz in Woerden also were church leaders, which leads me to ask if Jan Dirksz, father of Jan de Bakker was the brother of Floris Dirksz."
Dit zou kunnen betekenen dat Willem Dercksen Backer,
onze stamvader, een nazaat is van deze Jan de Bakker. In het boek "Johannes
Pistorius Woerdensis" door J. W. Gunst, predikant te Woerden, uitgegeven
in 1925 door de Uitgeversmaatschappij "De Blauwvoet" Hilversum, wordt het leven
van Jan de Bakker uitgebreid beschreven. Gunst acht het onwaarschijnlijk dat
Jan de Bakker kinderen had, maar sluit het niet uit. Onderstaand een samenvatting
van het levensverhaal van Jan de Bakker op basis van het boek van J. W. Gunst.
In dit boek wordt overigens veelvuldig gerefereerd aan de tekst van Gnapheus in Haemstede's
martelarenboek.
Afkomst en naam
De vader van Jan de Bakker was Jan Dirksz, zoon van Dirk Jansz.
Deze laatste was een ambachtsman in Woerden die vaak opdrachten van het
stadsbestuur van Woerden kreeg.
Waarschijnlijk heeft Jan Dirksz onderwijs genoten aan de school
van de Broeders van het Gemeene Leven in Deventer.
Op deze school zat ook Desiderius Erasmus en waarschijnlijk heeft Jan Dirksz
ingewoond bij de moeder van Erasmus die in Deventer woonde.
Jan Dirksz en Erasmus hebben elkaar dus goed gekend en waren wellicht bevriend.
Jan Dirksz werd koster van de kerk te Woerden, waarschijnlijk in 1493 en was
daarnaast ook ambachtsman en bakker.
Hij heeft het niet, zoals vele andere kosters, tot onderwijzer gebracht.
De naam van de moeder van Jan de Bakker is niet bekend.
Hij had een zuster Cornelia, zij stond bekend als Neel de Koster, zij hielp
haar vader in zijn werkzaamheden als koster.
Jan Dirksz wordt ook vaak Jan Koster of Jan de Koster genoemd.
Hun zoon Jan heet Jan Jansz, Jan van Woerden, Jan Coster, Johannes
Custodis, Joannes Woerdensis, Johannes Pistorius Woerdensis.
De toevoeging Bakker of Pistorius duikt pas op na zijn dood.
Kinderjaren en opleiding
Jan de Bakker wordt tussen eind augustus en midden september 1499 geboren in Woerden.
Hij is dus een paar maanden ouder dan Karel V, die op 25-2-1500 te
Gent geboren werd.
Philips de Schone was in die tijd graaf van Holland.
Hij bezoekt tot zijn twaalfde jaar de enige school die Woerden in die tijd
rijk was en krijgt er les van 'meester Gerrit'.
De vakken waren lezen, schrijven, rekenen, zingen en het 'leeren der Psalmen',
waarschijnlijk stond het latijn niet op het programma.
Jan de Bakker bezoekt van 1511 tot 1514 de kapittelschool verbonden aan de Dom te Utrecht.
Het hoofd der school, de scholasticus, gaf les in het Quadrivicum: Arithmetica, Musica,
Geometrica en Astronomia.
Onder de scholasticus stond de rector die les gaf in het Trivium: Grammatica, Rhetorica
en Dialectica.
Jan de Bakker zong ook mee in het zangkoor van de Dom.
Het is opmerkelijk dat een eenvoudig koster te Woerden zijn zoon naar deze school stuurde.
Naar de Hieronymus school
In 1514 verlaat Jan de Bakker de kapittelschool en komt terecht op de beroemde
Hyeronymus school, ook in Utrecht.
Hier verblijft hij vijf jaar.
Deze school werd rond 1474 opgericht door de Broeders van het Gemeene Leven (Geert Grote)
en bracht vele hervormingsgezinden voort.
De rector van de Hieronymus school is in die tijd Hinne Rode die Jan de Bakker
"met ijver en nauwgezetheid onderwees in de 'geboden des Heeren' en hem oefende
met het oog op zijn aanstaand priesterambt".
De in 1493 te Den Haag geboren Wilhelmus Gnapheus is medeleerling en vriend
van Jan de Bakker.
In de jaren dat Jan de Bakker op deze school doorbracht brak de reformatie
door en zijn leermeester Hinne Rode was, onder invloed van de geschriften van Luther,
een van de eerste hervormers.
Jan de Bakker en zijn medeleerlingen waren intern op de Hieronymus school,
hadden relatief weinig contact met andere priesters van de Dom en kregen
de ketterse gedachten dus met de paplepel ingegoten.
Het gerucht van ketterij op de Hieronymus school doet al snel de ronde in Woerden.
Jan zou zelfs actief betrokken zijn bij de verpreiding van de 'Nye leere'.
Zijn vader haalt hem, uit angst voor de eventuele gevolgen, van school
en hij keert terug naar Woerden.
Reformatie prediker in Woerden
In 1520, als de reformatie zich begint te verspreiden wordt Jan de Bakker
door zijn vader aangesteld als koster.
In de stadsrekening van 1520-1521 wordt gesproken van de 'jonge Jan Koster'.
In die functie verspreidt hij actief de gedachten van de hervorming.
Zijn boodschap viel bij de inwoners van Woerden in goede aarde maar hij wordt
herhaaldelijk van officiële zijde gewaarschuwd.
Waarschijnlijk wordt hij in deze tijd door het stadsbestuur ook als
schoolmeester aangesteld.
Het is waarschijnlijk dat kerk en landsbestuur deze ontwikkeling met lede ogen
aanzagen en niet konden tolereren maar dat het stadsbestuur van Woerden hem zoveel
mogelijk de hand boven het hoofd hield.
Woerden wordt, dank zij Jan de Bakker, een van de eerste plaatsen
in Nederland waar de 'Nye leere' blijvend wortel schiet.
Naar de Universiteit van Leuven
De vader van Jan de Bakker zoekt mogelijkheden om zijn zoon tot priester
op te leiden.
Utrecht is wegens de hervormingsgezindheid van Jan niet mogelijk.
Het wordt de Universiteit van Leuven waar Jan eind 1520, begin
1521 naar toe wordt gestuurd.
Aan de universiteit te Leuven geeft ook de inmiddels wereldberoemde Erasmus,
een oude kennis van Jan Dirksz, les in de klassieke talen en het hebreeuws.
Jan verblijft in het internaat 'de Lelie' dat tot de filosofische faculteit behoort.
Hij studeert waarschijnlijk filosofie en theologie.
Jan heeft ongeveer een jaar gestudeerd en vertrekt in 1522 op aandringen van zijn
vader, zonder een titel behaald te hebben, weer naar Woerden.
Zijn ketterse gedachten is hij niet kwijtgeraakt.
Aan de universiteit van Leuven worden in die tijd de boeken van Luther
verboden en in de Nederlanden begint de vervolging van de ketters.
Erasmus voelt zich niet meer veilig in Leuven en vertrekt in 1521 naar Basel.
Priesterwijding en pastoraat
Na de terugkeer van Jan de Bakker in Woerden staan zijn vader en moeder er op dat hij
zich tot priester laat wijden, waarschijnlijk uit eigenbelang.
Jan voelt hier niet veel voor maar doet het uiteindelijk toch vanwege de dringende
wens van zijn ouders.
De wijding moet in Utrecht plaatsvinden maar hij wordt
natuurlijk gewantrouwd als aanhanger van de 'Nye leere'.
Men eist van hem dat hij het Lutheranisme afzweert en dit doet hij ook.
Na deze afzwering en de betaling van een som geld wordt hij op 22 jarige leeftijd
in Utrecht tot priester gewijd.
Pastoor in Jacobswoude
In 1522 wordt Jan de Bakker pastoor van Jacobswoude en predikt daar de 'Nye leere'.
Jacobswoude bestaat al lang niet meer, het lag in de buurt van het huidige Woubrugge.
Het is de eerste plaats in Holland waar de 'Nye leere' vanaf de kansel
wordt gepredikt.
Woubrugge was een afgelegen en toen al uitstervende plaats,
de kerkelijke autoriteiten dachten waarschijnlijk dat Jan de Bakker daar
niet zoveel kwaad kon aanrichten.
Niettemin verbreidt de ketterse boodschap zich snel in de omgeving van Jacobswoude:
Rijnsaterswoude, Roelofsarendsveen, Rijpwetering, Hoogmade en Oud-Ade.
Jan de Bakker stopt al heel snel met het doen van missen.
Wel preekt hij en onderwijst de jeugd in de catechismus.
Hij wordt herhaaldelijk door de geestelijke overheid gewaarschuwd.
Hij blijft slechts ongeveer een jaar in Jacobswoude.
Priester in Woerden
In 1523 is Jan de Bakker terug als priester in Woerden.
Zijn vader heeft nu eindelijk zijn zin, Jan kan zijn vader's taken als koster
verlichten.
Waarschijnlijk wordt hij naar Woerden geroepen om te dienen als gilde-priester.
Het kan zijn dat zijn vader, die ook bakker was, hier de hand in heeft gehad.
Als gilde-priester bedient hij het altaar van het gilde in de kerk van Woerden.
Hij was dus geen pastoor of kapelaan van deze kerk.
Hij gaat door met het verbreiden van de ketterse leer en de Utrechtse
hoge geestelijkheid roept hem ter verantwoording.
Jan de Bakker houdt zich doof waarop de priesters van de bisschopsstad
de kastelein van Woerden opdracht geven hem gevangen te nemen.
Dit gebeurt en hij wordt in een kerker van het kasteel Woerden gegooid.
De kastelein van Woerden komt hiermee in een moeilijk parket, de bevolking
van Woerden dreigt in opstand te komen.
Na enige tijd laat de kastelein de gevangene vrij op voorwaarde dat hij
zich ter beschikking houdt voor verhoor.
Er wordt een aanklacht tegen Jan ingediend bij het hof van Holland.
Op reis
Het wordt Jan de Bakker nu te heet onder de voeten en hij reist met
een collega priester (heer Aert) naar Wittenberg, het bolwerk van Luther.
De geleerden zijn het er niet over eens wat hij in Wittenberg deed
en of hij de grote Luther ontmoet heeft.
Na een driemaandelijks verblijf keren hij en zijn collega in de zomer
van 1523 terug naar Woerden.
Hier worden zij al snel opnieuw door de geestelijkheid in Utrecht ter
verantwoording geroepen maar weigeren opnieuw te verschijnen.
In hun afwezigheid worden ze vervolgens door de geestelijkheid
veroordeeld tot drie jaar ballingschap en een bedevaart naar Rome.
Jan de Bakker trekt zich hier niets van aan en gaat voort met het
verspreiden van de 'Nye leere' in Woerden.
Het wordt hem inmiddels toch te heet onder de voeten en hij verlaat Woerden
en zwerft door geheel Holland waar hij de nieuwe hervormde gemeenten
bezoekt en bijstaat.
Huwelijk
Vlak bij het stadhuis van Woerden stonden enkele huisjes.
Een van die huisjes wordt bewoond door Jacob Jansz, ook Jacob Jansdochter,
suster Jab, suster Jaep genoemd.
Jan de Bakker trouwt in het geheim met deze Jacoba.
Zij is een gewone nette verschijning, ze is niet echt mooi en ook niet rijk.
Ze woont naast het huis van Jan's ouders, dus het zal niet opgevallen
zijn dat Jan en Jacoba een relatie hadden.
Als priester kon hij natuurlijk niet officieel getrouwd zijn.
De vader van Jan heeft geen bezwaar tegen dit huwelijk.
Dat er kinderen uit dit huwelijk geboren zijn is (volgens Gunst)
hoogst onwaarschijnlijk.
Andere schrijvers beweren dat hij in de gevangenis
afscheid nam van vrouw en kinderen.
Afscheid van het priesterambt
Jan de Bakker breekt in deze tijd ook met het priesterambt.
Hij laat zijn hoofd niet meer scheren en legt zijn habijt af.
Hij voorziet in het onderhoud van zijn gezin door, evenals zijn vader,
brood te gaan bakken en allerlei ander werk aan te nemen.
Ook treedt hij op als hulpkoster.
Hij gaat voort met zijn hervormingswerk maar niet meer als priester van
de rooms katholieke kerk.
Hij beschouwt zichzelf wel als bedienaar des woords.
Hij keert zich tegen de aflaat handel in Woerden waardoor de gewone priesters
hun inkomen sterk zien verminderen.
Hem wordt de toegang tot de kerk in Woerden ontzegd, tenzij hij zich openlijk
onderwerpt aan de pauselijke instellingen.
Hij laat zich dan nog éénmaal het hoofd scheren en doet een mis in de kerk
van Woerden waarin hij zich tegen de aflaathandel uitspreekt.
Omdat de burgers van Woerden geheel op de hand van Jan de Bakker zijn laat
de lokale overheid het allemaal gebeuren.
Gevangenschap, proces
Jan de Bakker wordt gedaagd door het stadsbestuur en ondervraagd, waarbij
ook de nieuwe pastoor van Woerden aanwezig is.
Deze nieuwe pastoor vindt het nu allemaal welletjes en klaagt Jan de Bakker
aan bij de landvoogdes Margaretha van Oostenrijk en de bisschop van Luik,
Everardus van der Marck, inquisiteur generaal voor Nederland.
De zaak komt terecht bij het hof van Holland dat opdracht geeft om Jan
de Bakker gevangen te nemen en naar Den Haag te sturen.
Jan de Bakker wordt gevangen genomen en komt op 10-5-1525 terecht in de
gevangenpoort in Den Haag. Hij zit er een tijdje samen met zijn vriend
Gnapheus die later een uitgebreide verslag over de berechting en executie
van Jan zal schrijven.
Hij wordt een aantal malen verhoord door de inquisitie die hem er toe
tracht te bewegen zijn ketterse gedachten te herroepen.
Jan de Bakker geeft niet toe, erkent wel dat hij getrouwd is.
Hij verblijft ongeveer vier maanden in de kerker en viert er zijn zes
en twintigste verjaardag.
Zijn vader bezoekt hem enkele malen in de gevangenis en wordt zelf ook
door de inquisitie aan de tand gevoeld.
Uiteindelijk wordt Jan de Bakker veroordeeld tot de brandstapel.
Terechtstelling
Op vrijdag 15-9-1525 wordt Jan de Bakker vanuit de kerker vervoerd
naar het Prinsenhof.
Er zijn vele hoogwaardigheidsbekleders, waaronder ook de landvoogdes Margaretha.
Jan neemt, gekleed als priester, plaats op een stellage en een priester houdt
een korte preek waarin de dwalingen van Jan de Bakker worden opgesomd.
Daarna wordt hij officieel ontwijd als priester.
Zijn priesterkleding wordt uitgetrokken en hij krijgt een geel gewaad aan
en een gele muts op.
Vervolgens wordt het vonnis van de inquisitie voorgelezen waarin Jan
de Bakker als ketter wordt veroordeeld en wordt overgegeven aan de
wereldlijke rechter.
Hierop verlaten alle geestelijken het toneel.
Vervolgens wordt door de griffier Sandelijn het officiële vonnis en de straf
voorgelezen.
Jan wordt vervolgens naar de executieplaats bij de Vijverberg gebracht
en op het schavot geplaatst.
Hij krijgt kruit op de borst, de brandstapel wordt aangestoken,
de beul wurgt Jan de Bakker.
Het vuur doet de rest.
Jacoba, de echtgenote van Jan de Bakker moet in Den Haag meelopen in
een processie en wordt daarna in Woerden aan de schandpaal (inscalatio) gezet.
Vervolgens wordt zij verbannen naar de Abdij van Leeuwenhorst
bij Katwijk waar zij penitentie moet doen.
Remarks:
In a branch of the Van Roekel family a story is handed down from father to son that the family descends from Jan de Bakker [=John the Baker], the first Dutch martyr. TAKE DUE NOTE: For the time being this is NOTHING MORE than a living family legend. Supporting facts from the archives have to be found yet.
QUESTION: Might there be someone who knows about the connection between Jan de Bakker and the Van Roekel family, please contact me. This family legend might also be known among some old Van Roekel's that still are alive in USA!
A family legend
In an email on august 9th 2006 Henry Wagensveld writes the following:
"On your site I saw the history of the Van Roekel family. It might be interesting to know that in my branch (see: Gerrit van Roekel 1891-1985 was my great grandfather) the story was told from father to son that we descend from Jan de Bakker (Johannes Pistorius Woerdensis) one of the first Dutch martyrs. In the old generations, that never did perform any genealogical research, it was also known that in earlier times the name of the family was Backer.In a following email dated august 14th 2006 Henry adds:
The story tells that Jan de Bakker (and that is a fact) violated celibacy after he left the Roman Catholic church (also see the article on www.wagensveld.tk) He had 2 children. Also his father's name (Jan Dirksz) conforms with early Van Roekel first names. According to tradition Jan's wife found refuge in the hamlet Roekel near Ede. So, in the course of time the family adopted the name Van Roekel [=from Roekel]."
"To my knowledge Jan de Bakker had 2 children. About this fact the sources contradict. In the archives of the Dom [=cathedral] in Utrecht two different entries are found. In one document there is no reference to children and another document tells us that they [=inquisition] will also prosecute his children until their death. In short, not much is known, only the story that Jan's wife fled to the Veluwe might offer some grip."
In an email dated 5-6-2008 Jacob Slack from the USA poses some interesting questions about a possible connection between Floris Dirksz and Jan Dirksz, the father of Jan de Bakker:
"I am searching for the father of Floris Dirksz, who lived outside the Woerden city wall in 1463. I read your webpage about the legend of Jan de Bakker. Jan de Bakker was a son of Jan Dirksz, who was Woerden church sexton. Could Floris Dirksz have been a brother of Jan Dirksz? What do you know about Dirk Jansz and his family?
My family name is Slack, derived from Slecht or Slechten. Other members of the Slecht family during the 15th century were church leaders: Tilman Slecht von Elmpt (Germany), Kanunnik of St. Lambert Cathedral in Luik Belgium and Chancelor to Count Carl van Gelre; Heinrich Slecht, Kanunnik and Priest of Borner Kirche near Elmpt; Johann Slecht von Boppard (Germany), Vikar of St. Barbara's Church; Wilhelm Slecht de Elmpt, Kantor of St. Quirin de Neuss (Germany); Henricus Slecht, Abbot of Werden Abbey in Essen Germany; Franziskus Slecht, Priest of Gosseltshausen in Wolnzach Germany; Rheinbold Slecht, Kantor of Straussburg France.
These Slecht men who were church leaders during the 15th century leads me to believe that the family of Floris Dirksz in Woerden also were church leaders, which leads me to ask if Jan Dirksz, father of Jan de Bakker was the brother of Floris Dirksz."
This might possibly imply that Willem Dercksen Backer, our family founder, descends from this Jan de Bakker. The Book "Johannes Pistorius Woerdensis" by J. W. Gunst, reverend in Woerden, published in 1925 by the Uitgeversmaatschappij "De Blauwvoet" Hilversum, is a comprehensive biography of Jan de Bakker. Gunst considers it highly improbable that Jan de Bakker had children, but does not exclude it. Below follows a summary of the story of the life of Jan de Bakker based upon the book of J. W. Gunst. For that matter, this book contains numerous references to the text of Gnapheus [=a friend of Jan] in Haemstede's Martelarenboek [=the book of martyrs].
Origin and name
The father of Jan de Bakker was Jan Dirksz, son of Dirk Jansz.
Dirk Jansz was an artisan in Woerden who often got assignments of
the municipality of Woerden.
Probably Jan Dirsz was educated on the school of
the 'Broeders van het Gemeene Leven' [=Brothers of Common Life, still
existing, non-monastic communities] in Deventer.
At this school also Desiderius Erasmus was present and most likely Jan Dirksz
lived in with the mother of Erasmus who lived in Deventer.
Jan Dirksz and Erasmus must have known each other well and possibly were friends.
About 1493 Jan Dirksz became sexton of the church of Woerden and along
with that he also worked as artisan and baker.
Unlike many collegues he did not become a school teacher.
The name of the mother of Jan de Bakker is not known.
He had a sister named Cornelia, she was also known as Neel de Koster,
she assisted her father in his activities as sexton.
Jan Dirksz is often also known as Jan Koster [=John Sexton] or Jan de Koster.
Their son is named Jan Jansz, Jan van Woerden, Jan Coster, Johannes
Custodis, Joannes Woerdensis, Johannes Pistorius Woerdensis.
The last name Bakker of Pistorius pops up after his death.
Youth and education
Jan de Bakker is born between the end of august and mid september 1499 in Woerden.
So he isa few months older than Karel V, who was born on february 25-th 1500
in Gent.
In that time Philips de Schone was count of Holland.
Until his 12th year he visits the only school that exists in Woerden
at that time and is educated by 'meester Gerrit'.
The subjects were reading, writing, calculation, singing and the 'learning of Psalms',
probably there was no teaching of latin.
From 1511 to 1514 Jan de Bakker attends the chapter school connected to the Dom
[=Cathedral] in Utrecht.
The head of this school, the 'scholasticus' teached the Quadrivicum: Arithmetica, Musica,
Geometrica en Astronomia.
Under the scholasticus stood the rector who teached the Trivium: Grammatica, Rhetorica
en Dialectica.
Jan de Bakker also sang in the Dom choir.
It is remarkable that a simple sexton in Woerden sent his son to a school like this.
To the Hieronymus school
In 1514 Jan de Bakker leaves the chapter school and was found again at the famous
Hieronymus school, also in Utrecht.
Here he stays for five years.
This school was established by the Broeders van het Gemeene Leven [=Brothers of the
Common Life] (Geert Grote) and brought forth a number of people inclined to the
ideas of reformation.
In that time Hinne Rode is rector of the Hieronymus school, who teached Jan de Bakker
"with diligence and punctuality the 'commandments of the Lord' and trained him
with respect to his forthcoming priestly office".
Willem Gnapheus, born in 1493 in The Hague is fellow-pupil and friend of
Jan de Bakker.
In the years that Jan de Bakker attended this school the reformation broke through
and his teacher Hinne Rode, under the influence of Luther's writings, was
one of the first advocates of the reformation.
Jan de Bakker and his fellow-students were resident pupils of the Hieronymus school,
had relatively little contact with other priests of the Dom and thus were spoon fed
with the heretic ideas.
The rumors of heresy on the Hieronymus school soon spreads in Woerden.
Jan presumably even was involved in the diffusion of the 'New doctrine'.
His father, fearing the eventual consquences, drags him away from
the school en he returns to Woerden.
Preacher of the Reformation in Woerden
In 1520, when the reformation starts spreading Jan de Bakker is appointed
to the post of sexton by his father.
In the accounts of the town of 1520-1521 there is talk of the
'jonge Jan Koster'.
In that position he actively disseminates the reformation ideas.
His message fell in fertile soil among the inhabitants of Woerden but
he is warned by the officials repeatedly.
Most likely during in this time the town government appoints him
as school master.
It is probable that church and government look at this development
with disgust and could not tolerate it but the town goverment
protected him as much as possible under the circumstances.
Worden becomes, thanks to Jan de Bakker, one of the first places
in Holland where the 'New doctrine' takes root.
To the University of Leuven
The father of Jan de Bakker looks for possibilities to educate his son
to be a priest.
Utrecht is out of the question because of Jan's heretic ideas.
It becomes the university of Leuven whereto Jan is sent somewhere
between the end of 1520 and the beginning if 1521.
At this university in Leuven also the meanwhile world-famous Erasmus,
acquaintance of Jan Dirksz, teaches classical languages and hebrew.
Jan stays in the boarding-school 'de Lelie' which belongs to the
philosophical faculty.
Most likely he studies philosophy and theology.
Jan took lessons for about a year and in 1522, on urgent request
of his father and without having taken a title, returns to Woerden.
He did not loose his heritic ideas.
During that time at the university of Leuven the writings of Luther
are banned and the persecution of the heritics begins.
Erasmus does not feel safe in Leuven any more and leaves for Basel in 1521.
Ordination and Parish work
Afther his return to Woerden the father and mother of Jan de Bakker insist
on his ordination, most probably because of selfishness.
Jan is not very keen about it but in the end agrees because of the
urgent wish of his parents.
The ordination has to take place in Utrecht but of course he is
distrusted being an advocate of the 'New doctrine'.
They require from him to abjure Lutheranism and so he does.
After this abjuration and the payment of an amount of money he
is ordinated in Utrecht at the age of 22, now being a priest.
Parish priest in Jacobswoude
In 1522 Jan de Bakker becomes parish priest of Jacobswoude and preaches
the 'New doctrine' there.
Jacobswoude has ceased existence for a long time now,
it was situated near the current Woubrugge.
It was the first place in Holland where the 'New doctrine' was
preached from the pulpit.
Woubrugge was a remote place already in the process of extinction,
the church authorities probably were thinking that Jan de Bakker's
evil influence would be limited there.
Nevertheless the the heretic message spreads rapidly in the direct environment
of Jacobswoude: Rijnsaterswoude, Roelofsarendsveen, Rijpwetering, Hoogmade
and Oud-Ade.
Very soon Jan de Bakker stops celebrating the mass.
He only gives sermons and teaches the catechism to the youth.
He is warned by the clerical authoroties repeatedly.
He stays in Woubrugge for only almost one year.
Priest in Woerden
In 1523 Jan de Bakker is back in Woerden as a priest.
His father has it his way at last, Jan can assist his father
in his tasks as sexton.
Probably he is called to Woerden to serve as a guild-priest.
It might be that his father, who also was a baker, had a hand
in this matter.
As guild-priest he celebrated at the guild altar in the church of Woerden.
So he was no pastor or chaplain of this church.
He continues to spread the heretic message and the clerus of Utrecht
calls him to account for this.
Jan de Bakker does not react and then the priests of the bishop-town
order the castellan of Woerden to arrest him.
This is done and he is thrown into the gaol of the castle of Woerden.
This brings the castellan of Woerden into an akward position, a revolt
of the population of Woerden threatens.
After some time the castellan frees the prisoner under the condition
that he keeps himself available for interrogation.
A complaint is lodged against Jan at the Hof of Holland.
Traveling
The situation in Woerden is becoming dangerous for Jan de Bakker and he
travels with a colleague (master Aert) to Wittenberg, the stronghold of Luther.
There is no agreement about what Jan did in Wittenberg and wether he
met the great Luther.
After a stay of three months he and his colleague return to Woerden
in the summer of 1523.
Soon after their return the clergy once more calls them on account
but again they refuse to appear.
Being absent thereupon they are sentenced by the clergy to three years
of banishment and a pilgrimage to Rome.
Jan de Bakker completely ignores this and continues spreading the
'New doctrine' in Woerden.
The situation is becoming dangerous again and he leaves Woerden
and wanders through Holland where he visits and renders assistance
to the new reformed communities.
Marriage
Near the community hall of Woerden stood a few small houses.
In one of these lives Jacob Jansz, also named Jacob Jansdochter,
suster Jab, suster Jaep.
Jan de Bakker secretly marries this woman, named Jacoba.
She has a normal neat appearance, not really beautiful nor rich.
She lives besides the house of Jan's parents, so it was not
conspicuous that Jan and Jacoba had a relationship.
Being a priest an official marriage, of course, was out of the question.
Jan's father had no objections against this marriage.
According to J. W. Gunst it is highly improbable that there were
children born from this marriage.
Other writers state that in jail he said goodbye to his wife
and children.
End of priest-hood
At the same time Jan de Bakker stops being a priest.
He does not let shave his head anymore and lays aside his habit.
He earns the living for his family by, just like his father,
bake bread and do all kinds of work.
He also acts as an assistant sexton.
He continues his reformation work but not any more as a priest
of the Roman Catholic church.
He considers himself as minister of God's Holy Word.
He opposes against the trade of letters of indulgence in Woerden,
the consquence is that the normal priests see their income dwindle.
Entrance to the church of Woerden is denied for him, unless he
openly submits himself to the papal institutions.
Then, for once, het lets shave his head and consecrates a mass in
the church of Woerden where he speaks out against the indulgence trade.
Because almost all citizens of Woerden are on his hand the local
authorities let it happen.
Imprisonment, trial
Jan de Bakker is summoned by the town council and interrogated in the
presence of the new pastor of Woerden.
This new pastor finds that is all gone far enough now and lodges a
complaint against Jan de Bakker at the governess Margaretha of Austria
and the bishop of Liege, Everardus van de Marck, inquisitor general
for the Netherlands.
The case is sent to the Hof van Holland that gives order to arrest
Jan de Bakker and bring him to The Hague.
Jan de Bakker is arrested and on May 10th 1525 arrives at the Gevangenpoort
in The Hague. He stays there a while together with his friend
Gnapheus who lateron will write a comprehensive account about the
trial and execution of Jan.
He is examined a number of times by the inquisition that repeatedly
urges him to roveke his heretic ideas.
Jan de Bakker does not budge, he admits however that he is married.
He stays in prison for about four months and celebrates his
twenty-sixth birthday there.
While in jail, his father visits him a few times and is also
examined by the inquisition.
At last Jan de Bakker is sentenced to die at the stake.
Execution
On friday september 15-th 1525 Jan de Bakker is brought from the
prison to the Prinsenhof [=seat of the government].
Many dignitaries are present, among them governess Margaretha.
Jan takes place, in priest's clothes, on a stage and a priest
speaks out a short sermon containing an enumeration of the Jan de
Bakkers heretic mistakes.
Then he is officially desecrated as priest.
His priestly clothes are taken off him and he is dressed in a yellow
robe and a yellow cap is put on his head.
Next the judgement of the inquisition is read whereby Jan de Bakker
is being convicted and handed over to the worldly judges.
Hereupon all clergy men leave the scene.
Next the clerk Sandelijk reads over the official sentence and
punishment.
Then Jan is led to the execution place at the Vijverberg and
placed on the scaffold.
Gunpowder is put on his chest, the fire is ignited and the
executioner strangles him.
The fire does the rest.
Jacoba, Jan de Bakker's spouse has to walk in a procession in The Hague
and therafter is exposed at the pillory in Woerden.
Next she is banned to the Abdij van Leeuwenhorst near Katwijk
where she has to do penance.
© Gijs van Roekel, Maarn 2006