Voor van links naar rechts: oom Gerrit (=Gerrit Bernard), Hein (=Hendrik Coenraad), Cor (=Cornelis Pieter)
In het adresboek 1875 vinden we 4 vermeldingen, E. van Roekel zaakwaarnemer Turfstraat B9, H. C. van Roekel reiziger Turfstraat B9, J. R van Roekel kruidenier Marschpoortstraat B281 en Mej Z van Roekel geb de Vos in dames handwerken, garen en band en heeren-hoeden Turfstraat B9.
In de adresboeken boeken van 1876 en 1877 vinden we tweemaal E. van Roekel:
In het jaarboek 1880 wordt de toestemming vermeld verleend aan H. L. Ketjen en E. van Roekel Jr. tot oprichting van een stoom-houtzaagmolen. Ze komen ook voor in het adresboek van 1884, waar we ook J. R. van Roekel vinden in de rubriek Kruidenierswaren en Comestibles. Beiden worden ook vermeld in 1886 in dezelfde rubrieken.
In de jaarverslagen van 1884 en 1909 komt de firma voor in de staat der in gebruik zijnde Stoomtuigen en Stoomketels met 1 Stoomtuig van 25 PK met 1 ketel.
In het jaarverslag 1898 wordt toestemming gegeven aan de firma van Roekel en Martens tot het plaatsen van een gaskrachtmachine, voor het drijven van een Koffiebranderij en specerijenmalerij aan het Stationsplein.
In het adresboek van 1904 vinden we:
In het jaarverslag van 1913 krijgen ze toestemming tot uitbreiding van hare door gaskracht gedreven koffiebranderij door het in gebruik nemen van een zuiggasmotor. In het adresboek 1924 vinden we een advertentie van de firma van Roekel en Martens:
In het jaarboek van 1930 volgt nog een uitbreiding van Roemar:
NB Dit zijn enkele significante voorbeelden.
