Notarisklerk, zoon van Gerrit van Roekel en Geurtje van Roekel, geboren 16-1-1918 Wageningen [13], overleden 17-7-1992 en begraven 21-7 AB Bennekom 09.Q.25Verloofd 1-1-1944, trouwt 17-3-1948 Renkum Wilhelmina (Mien) Lubberhuizen, dochter van Jan Lubberhuizen en Catharina van Gelder, geboren 10-7-1921 Renkum, overleden 7-7-1994 en begraven bij echtgenoot
Kinderen:
Bronnen:
Gijs van Roekel:
Veertig jaar bij de notaris
BENNEKOM - "De mensen zijn tegenwoordig méér ontwikkeld dan vroeger.
Ze hielden bijvoorbeeld vroeger er niet van om een handtekening te zetten.
Ze zeiden dan tegen mij, als notarisklerk: "Kun jij dat niet effe tekenen?
Jij kunt dat veel mooier dan ik".
En als ze dan tóch moesten tekenen, moest dat met de vulpen.
Daar hadden we dan speciaal een heel oude vulpen voor, en die pen hielden ze dan vast als
een greep.
Dan spatte de inkt van alle kanten naar je toe".
Aldus de nu, 61-jarige Bennekommer Gijs van Roekel, vertellend over voorvallen uit zijn
40-jarige carrière als notarieel medewerker.
Want op donderdag 1 febrari a.s. is het zover; dan wordt met een receptie in d'Avondwake
te Wageningen herdacht dat Gijs van Roekel op 1 februari 1939 zijn loopbaan op het notariaat
begon.
Een loopbaan waarover hij uitgebreid en smakelijk kan vertellen.
Over hoe hij in 1939 begon bij notaris Fischer te Ede, in 1947 opgevolgd door notaris
Neervoort.
Bijna haalde hij het afscheid van laatstgenoemde- op 70-jarige leeftijd, in 1973, maar
in april 1972 veranderde hij nog één keer van werkgever.
Van Roekel ging mee naar Wageningen,naar Notaris Kersten, die in Ede met hem had
samengewerkt en kandidaat-notaris was bij notaris Neervoort.
Zo kwam hij "op de oude 'dag" nog terecht op de Wageningse Veerweg, waar hij nu al weer
zeven jaar in dienst is bij mr. Kersten. Hij hoopt er nog vijf jaar te kunnen blijven, om
samen met de notaris, die dan op 70-jarige leeftijd met pensioen gaat "eruit te stappen".
Uitgebreid kan hij ook vertellen over de vele boeiende voorvallen
en boeiende mensen die hij in die veertig jaar heeft meegemaakt.
Waaruit blijkt dat een "kantoorbaan bij de notaris" ,allerminst een saaie bedoening is.
Gijs van Roekel: "Je komt zo met alle facetten van het leven in aanraking.
De mensen komen bij je bij een huwelijk, bij een echtscheiding, als ze een huis gaan kopen,
bij het maken van een testament.
Iedere bespreking heeft weer een andere sfeer.
En vaak kwamen de mensen ook bij mij thuis om raad te vragen over allerlei zaken,
over belastingen,boedelscheiding, het verkopen van grond of een huis.
Zo kreeg je een groot vertrouwen bij de mensen".
VERTROUWEN
Vertrouwen bijvoorbeeld bij die boer in de Maanderbuurt, die indertijd alleen woonde
op een gedeelte van een boerderij.
Als "een hevige knieperd" stond die boer bekend in zijn omgeving en hij had dan ook "geld zat".
De notaris (Neervoort) en Gijs van Roekel zochten hem op en konden hun ogen bijna niet geloven.
Onder een stapel oude lange onderbroeken: een pot met geld.
In de slaapkamer: een pot met geld!
De man zelf was er niet best aan toe.
Hij schreeuwde: Neem het hele zaakje maar mee.
Gijs van Roekel: "We hebben het geld geteld en de man ging naar een tehuis.
Op die manier hebben we die man toen geholpen.
Want wie moest het anders doen?
In ons had hij alleen maar vertrouwen".
Zoals hij ook het vertrouwen kreeg van bijvoorbeeld Willem van de Elskamp, die zijn huis
had verkocht.
Het daarvoor gekregen geld bracht Willem naar de notaris, met de opmerking:
"Ik kom wel weer wat halen als ik wat nodig heb".
Zo ging dat vroeger, in een tijd dat de mensen nog niet zo zakelijk waren als nu.
BEKEND
Voor de meeste oude Bennekommers is Gijs van Roeke1 een goede bekende.
Van 1953 tot 1971 maakte hij deel uit van het bestuur van de Vereniging
voor Christelijk Voorbereidend Onderwijs, 12 jaar als penningmeester en 6 jaar als
voorzitter.
Hij was ouderling bij de Gereformeerde Kerk en was (en is nog steeds) lid van de Werkgroep
Veluwse Geslachten.
Het onderzoek naar de voorvaderen is een van zijn grootste hobby's, naast lezen en puzzelen.
Maar eigenlijk gaat toch het wérk boven alles, "met alles wat daar nog bijkomt".
Zoals het ontvangen van mensen die om raad komen vragen.
Qp de Prins Bernhardlaan 3 kwam er de ruimte voor, sinds 1970, nadat hij eerst op de
Heerdlaan en nog eerder, op de Edeseweg had gewoond.
Gijs van Roekel kan dan ook met recht een échte Bennekommer genoemd worden.
OP DE FIETS
Gijs van Roekei herinnert zich nog levendig het 25-jarig jubileum, in 1964 in De Witte Hinde
gevierd.
De tijd daarvóór betekende dagelijks vier keer op een dag met de fiets naar Ede, naar
kantoor.
Collega's hadden berekend dat Van Roekel in die tijd een afstand had afgelegd op de fiets
van twee maal de aarde rond.
Gijs van Roekel: "Je reed dan hier over de Edeseweg en van ieder huis wist je wel wie er
in woonde.
Ik had ze zo op kunnen dreunen, maar toen waren Bennekom en Ede nog maar kleine dorpjes.
Bij de schaapsweg hield Ede eigenlijk al op.
Daarom kende je ook vrijwel alle mensen met naam en toenaam".
In Ede bestond ook het merendeel van de "klanten" uit boeren en andere eenvoudige mensen.
Veel persoonlijke klanten werden door Van Roekei geholpen, en de dank was dan héél bijzonder
soms.
Ik vond weleens een voorraadje eieren op de stoep.
Dan wist ik niet eens meer van wie dat was.
Ik wist niet eens meer wat ik ervoor gedaan had", vertelt de Bennekomse "hulpverlener".
HULP
Zo hielp hij bijvoorbeeld vlak na de oorlog de familie Achterstraat van de Veenderweg.
Die hadden een aanslag gekregen in de Vermogens Aanwas Belasting van liefst ...
f 1100,-!
Een heel bedrag in die tijd.
Van Roekel wees erop dat het bedrag niet elfhonderd, maar slechts f 11,- was.
Commentaar vande familie Achterstraat: "Da's maar goed ook.
We wilden net naar het Belastingkantoor in Ede gaan om te betalen!"
Zo kwam Van Roekei in aanraking met alle facetten die het vak metzich meebracht.
Hij werd gevormd door de praktijk en komt daarom bijna nooit meer voor onverwachte
verrassingen te staan in zijn vak. "Ja, hef moet wel gek zijn als je het nog nooit
hebt meegemaakt", meldt hij. "Al zijn de mensen nu wel veel zakelijker dan vroeger.
De mensen willen nu volledig ingelicht worden over de zaken die ze gaan tekenen.
Ze lezen bij voorbeeld een concept-akte eerst zelf door.
Daardoor krijg je nu ook achteraf niet zo vaak meer geduvel over iets".
En de ambtelijke taal die in die akten gebruikt wordt?
Is die niet wat moeilijk voor "buitenstaanders"?
Van Roekel; "Met huis, tuin- en keukentaal zou je veel meer misverstanden krijgen,
want alles moet vaak precies omschreven worden".
TERUGKIJKEN
Terugkijkend op zijn veertigjarige loopbaan, merkt Van Roekel nuchter op:
"Ja, je begint als de jongste, en je wordt vanzelf de oudste.
Er is veel gemoderniseerd in ons beroep, er wordt niet zo veel meer geschreven tegenwoordig.
Toch, of je blijft in je vak, dat hangt vooral af van de sfeer waarin je werkt.
De verhoudingen moeten goed zijn, want je werkt in een kleine ruimte, altijd bij elkaar.
Gelukkig heb ik nooit of te nimmer woorden gehad met de mensen waarmee ik samen heb gewerkt.
Dáárom heb ik het misschien ook 40 jaar volgehouden".