Mijnwerker, zoon van Stephanus Marinus van Eijk en Gerritje van Roekel, geboren 30-1-1897 Renkum [23], overleden 10-9-1970 Heerlen [753]Trouwt 20-5-1920 Heerlen [c] Anna Sliwinski, dochter van Stanislaus Sliwinski en Anastasia Kaczorowski, geboren 23-4-1903 Duitsland Wanne, overleden 30-11-1926 Heerlen [541]
Trouwt 29-9-1927 Heerlen [234] Emma Berta Niedenführ, dochter van Karl Niedenführ en Pauline Loch, geboren 27-12-1904 Duitsland Ober-Salzbrunn
Kind van Gerrit en Anna:
Kind van Gerrit en Emma:
Bronnen:
In 1946 gaat Edie naar de LTS en behaalt het diploma Motorvoertuigentechniek op 3l juli 1948.
Hij behaalt achtereenvoleens de volgende diploma's:
1948-10-13 Leerling monteur VAM
1950-03-31 Hulpmonteur (Avondschool)
1955-05-04 Monteur motorrijwielen (Avondschool)
1956-03-31 C-cursus Automonteur (2-jarig, Avondschool)
1958-07-00 Algemene Handelskennis (Middensrandsdiploma)
1959-08-20 Vakbekwaamheid voor het Rijwielbedrijf
1960-07-28 Vakbekvaarnheid voor het Motorrijwielbedrijf
1962-07-19 Bewijss van Algemene Ontwikkeling NO (Nijverheidsonderwijs)
1970-06-27 Akte van Bekwaamheid Nw (Praktijk Motorvoertuigentechniek)
1971-06-17 Pedagogisch Diploma
1974-06-22 Akte van Bekwaamheid N IV w (Theorie Motorvoertuigentechniek)
Een aantal jaren is Edie werkzaam als automonteur in een garage.
Inmiddels heeft hij kennis gekregen aan Irene Wiemann.
Irene is de dochter van de op l2-2-1906 in het Duitse (thans Poolse) Bitkow geboren Valentin Komad
Wiemann en Gertrud Szelag welke op 16-8-1914 te Bürnig-Sodingen het levenslicht aanschouwt.
Zij trouwen te Brunssum op 21-4-1933.
Irene wordt geboren in het ouderlijk huis aan de Doornvaartstraat l7 in Brunssum.
De woning ligt in het centrum van de genteente.
Tussen de mijn en het huis ligt het Stadspark.
De vader van Ireue is als houwer werkzaam in de verderop gelegen staatsmijn "Hendrik".
Valentin overlijdt op 3 januari 2000 te Heerlen, Gertrud op 4 juni 2003 te Hoensbroek.
De oorlog is al geruime tijd aan de gang als Irene naar de lagere school gaat. In september 1944 rukken de geallieerde troepen Limburg binnen. Het is tevens de tijd waarin het graan wordt geoogst en het is de gewoonte dat de restjes die na het oogsten op het land zijn achtergebleven door.niet agr rische medebewoners voor eigen gebruik worden opgeruimd. Men noemt dit in Heerlen "seumeren". Ook Irene gaat met een vriendinnetje op het platteland aan het seumeren. Het is mooi weer en al rapende geraken ze over de landsgrens. Her en der staan Duitse pantserrupsvoertuigen met hun bemanningenn verdekt opgesteld. Maar ze hebben de laatste tijd al zo vaak dat soort taferelen gezien, dat ze hieraan geen aandacht besteden. Volkomen onverwacht echter wordt de landelijke stilte door geschutsrvuur verstoord. De aarde wordt omgeploegd door inslaande granaten en angstig vluchten de meisjes weg. Eerst in de beschutting van een dichtbij zijnde onder een afdak opgestelde Duitse tank, daarna bij een boerderij en verolgens naar huis. Korte tijd later zijn de geallieerden heer en meester in het gebied en is men bevrijd.
Na de lagere school gaat Irene naar de kostschool. Bij de nonnetjes zogezegd. Na haar schooltijd vervult zij een aantal adminstratieve functies bij een aantal bedrijven/instanties in Brunssum en omgeving. Voor de ontspanning in het wveekeinde zijn daar de dansavonden, waarvan het huwbare deel van de bevolking graag en veel gebruik maakt. Omdat Irene echter vrij lang is lijken de jongens waamee zij danst maar klein. Op zekere avond echter, als Irene met een vriendin in een danszaal in het centrum van Heerlen zich aan het vermaken is, lacht het geluk haar toe. Eindelijk ziet zij een kerel met slagen in zijn blonde haar waartegen zij kan opzien. Die persoon is Edie van Eijk. Tijdens hun verkeringstijd besluiten Edie en Irene voor zichzelf te beginnen. Edie wil in Schaesberg (nu Landgraaf) een autogarage beginnen en lrene als eerste ook in Schaesberg een kruidenierszaak. Daarom behalen zij beiden het middenstandsdiploma. Wanneer in 1960 de woning boven de kruidenierszaak van hun keuze te huur is "moeten" zij trouwen omdat anders van huren geen sprake kan zijn. Edie heeft alle benodigde papieren al. Irene moet haar vakdiploma nog halen. Als zij dan getrouwd zijn krijgen ze de woning boven de zaak niet omdat zij niet in deze plaats wonen. Gelukkig kan lrene haar oude baan op kantoor nog terugkrijgen. Zij betrekken dan een 2-kamerwoninkje te Brunssum, waar ook de ouders van Irene woonachtig zijn.
Dan gaat Edie in de avonduren studeren in Eindhoven en Apeldoorn voor zijn onderwijsactes. Vrij snel na hun trouwen lalen Edie en Irene een woning bouwen. Hun oog valt op een kavel aan de Ganzeweide 152 in Heerlerheide, niet ver van de hoofdschacht van de staatsmijn Oranje-Nassau III. Het huis komt in februari 1962 gereed. ln de loop van de jaren 60 wordt de ON III gesloten. De daarbij behorende steenberg wordt in de loop der jaren gedeeltelijk geslecht en van een laag aarde voorzien. De hierop groeiende vegetatie maakt "de berg" aantrekkelijk voor wandelingen, iets waarvan Edie dagelijks een paar maal gebruik maakt als hij de hond, laatstelijk de poedel Lexy gaat uitlaten. Tussen de bedrijven door brengt hij het tot bedrijfsleider in een aurogarage. Deze garage bevindt zich ook aan de Ganzeweide, iets verder naar boven. Na het behalen van zijn actes krijgt hij een vaste baan op de streekschool te Roermond. Dan solliciteert Edie bij het Schoolbestuur van Curacao als leraar op een LTS (het St. Josephus College) en zo verblijven hij en lrene aldaar van 1971-1974. Het huis aan de Ganzenweide wordt tussentijds verhuurd aan een majoor van de Amerikaanse luchtmacht die er met zijn gezin gaat wonen. Op Curacao behaalt Edie via Groningen zijn theoriediploma Motorvoertuigentechniek en Irene haar ondrwijsbevoegdheid Handenarbeid. Tijdens hun verblijf op Curacao wonen zij in de wijk Sta. Maria aan de El Minaweg 2. Edies moeder, die sinds 1970 weduwe is, bezoekt hen daar in de loop van 1972. Samen met een nichtje doorkruisen zij het eiland en wordt ook het museum-landhuis "Jan de Kock" bezocht en de zoutpannen aan de kust bekeken. Een cruise in het Caraïbische gebied brengt het tweetal in Caracas, de hoofdstad van Venezuela.
Wanneer lrene na een verblijf van 3 jaar op dit eiland de hitte niet meer zo goed kan uithouden wordt met het goede schip "Neptunus" van de KNSM (Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij) de thuisreis aanvaard. In de tijd voorafgaande aan de reis breekt de "oliecrisis" uit. De Arabische leveranciers van ruwe aardolie besluiten in het vervolg zelf de verkoopprijs van hun proctuct aan de oliemaatschappijen te bepalen. Dit leidt tot een productiebeperking en een stijging van de olieprijs. Om brandstof te sparen wordt de snelheid van de "Neptunus" teruggebracht waardoor de reis ook langer duurt. Op die manier hebben ze meer profijt voor hun passageprijs. Eenmaal terug in Limburg krijgt Edie gelukkig meteen weer een baan op de MTS in Heerlen. Doordat het aantal leerlingen voor deze school terugloopt en hij er als laatste leraar bijkomt, staat zijn baan ieder jaar weer op de tocht. Na 3 jaar gaat hij over naar de Technische School te Heerlen waar hij een vaste aanstelling krijgt en er nooit meer uit kan vliegen.
Edie en Irene, twee "lange enden" van 1.89 meter resp. 1,81 meter noemen zichzelf "levensgenieters". In de jaren dat zij aan de Ganzenweide wonen hebben zij een druk sociaal leven. ln het Duitse Teveren helpen zij op de AWACS-basis een Square Dance Club oprichten. Dan leren ze in een club te Heinsberg Round Dance en geven daar later les in. Verder gaan ze nog elke dinsdag stijldansen. Ook zijn beide lid van een MSX-computerclub in Landgraaf. Met deze MSX-computer maken zij videofilms van bruiloften, meestal voor kennissen of familie, dus zo goed als voor niets, maar het is hun hobby. Verder zingen beide in een koor. Edie in een groot gemengd koor "Paluda" en Irene in eeu dameskoor. Zij speelt orgel en hij bespeelt de radio. Ook fietst Edie met een racefiets grote afstanden door het mooie glooiende Limburgse land dat Heerlen omgeeft. Doordat hij last krijgt van een hernia moet hij hiermee echter stoppen. Een operatie hieraan brengt Edie voor een tijd in een rolstoel maar door eigen inspanning en gerichte therapie konmt hij weer op de been. Irenes ouders verhuizen later van Brunssum naar Heerlerheide. Zij kopen er een leuke behuizing in de Corneliusstraat, op een paar minuten lopen van hun dochter.
Uiteraard reizen ze veel en zijn dus vaak van huis. Vaak gaan zij naar een kuuroord in Oostenrijk waar Edie zijn lichamelijke conditie laat opvijzelen. In juli 1988 maken zij een reis naar de Verenigde Staten waar het zuiden van oost naar west wordt doorkruist. Van San Francisco naar Los Angeles, via de Grand Canyon. In San Francisco verblijven Edie en Irene in het Fairmont Hotel (in die tijd de locatie van de populaire televisieserie "Hotel"). Ook de Fishermans Wharf, ligplaats van oude typen zeeschepen en Long Beach, waar het roemruchte Royal Mail Ship "Queen Mary" - oud-vlaggeschip van de Britse Cunard Line - als bezienswaardigheid ligt afgemeerd worden bezocht. In de onmiddellijke nabijheid is een grote koepel gebouwd. Hierin staat de grootste vliegboot die ooit gebouwd is opgesteld. De "Sprose Goos" heeft 10 motoren. vijf aan stuurboord- en vijf aan bakhoordszijde van de boven de romp aangebrachte vleugel. Slechts één keer heeft het toestel gevlogen en is toen ook gefilmd. Het spreekt vanzelf dat ze aan boord van het schip en in de koepel zijn gaan kijken. Edie is tijdens de reis ook jarig. Zijn 56e verjaardag op 23 juli wordt met een dineetje gevierd in "China Town", de Chinese wijk van San Francisco. In 1990 krijgt Ed de kans van de DOP-regeling gebruik te maken. Dit is Doorstroming Onderwijs Personeel. Hij kijgt een éénmalige gelegenheid om plaats te maken voor een jongere leraar beneden de 32 jaar. In dat iaar maken zij van 17 november t/m 3 december aan boord van het schip "Äzur" van de Griekse rederij Chandris een cruise in de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan waar o.a. het eiland Madeira wordt aangedaan.
Op zekere middag in 1992 krijgt Irene een telefoontje uit Vlaardingen. Het blijkt Ton van Eijk te zijn en hij zegt dat hij familie is. Verbaasd hoort Irene hoeveel deze van de naaste familie in Heerlen weet. Volgens Edie, die slechts een halfzus heeft, heeft zijn grootvader maar één zuster gehad en beide zouden in een weeshuis zijn opgegroeid. Niet lang daarna komt de verre neef uit Vlaardingen op bezoek en dan blijkt dat Edies's voorvader - Jacob Maertensz. van Eijk in januari 1637 in Overschie te zijn gedoopt. Diens jongste broer, Gijsbert Maertensz. van Eijk - waarvan Ton een afstammeling is - wordt in oktober 1647 in de dorpskerk ten doop gehouden. Op 15 oktober 1993 vindt het tegenbezoek plaats, waarbij uiteraard het voormalige dorp Overschie, dat sinds 1942 deel is van de stad Rotterdam, wordt bezocht. Sindsdien zien beide stellen elkaar om de paar jaar, meestal in Limburg.