Aert was voerman, handelaar in bouwmaterialen, kerkmeester
Johan Hardeman (9661217) vermeldt het volgende:
HARDEMAN, Aert [998], geboren circa 1550 (bron: Laansma). Uit de
kerkmeestersrekeningen van 1589/90 blijkt dat er een betaling aan Aert
Hardeman is gedaan voor leyen voor de kerck.
Relatie [354] met Trijn [999] (I.2). Trijn Hardemans had graf 98 in de kerk
in eigendom. Dit graf wordt enkele malen verboekt. In de gravenlegger staat
dit als volgt opgetekend:
De Erfgen[amen] van Trijn Hardemans. Dese [ver]boeckt, en overgeseth op
de kinderen van Herman, Aert en de Trijntge Hardemans, sijnde geweest
Erffgenamen van de bovengen[oemde] Trijn Hardemans, ende dit op 't
[ver]soeck en in presentie van Corn[elis], Jacobje, ende Maeijghje Hermans
Hardeman; mitsgaders Maeijghje Aertsz Hardemans, ende Huijsvrouw van
Hendrick Aertsz Hardeman: Actum den 20en Februarij 1690.
Van deze graffstede 1/3 [verboeckt] op Willem Hendricksen als in huwelijk
hebbende Aertje Hendricx die een dochter is geweest van Maeijgje Hardeman
die een dochter van Aert Hardeman is geweest mitsgaders ... (verder niet
ingevuld en gehele aantekening doorgehaald).
Ende sullen Hendrick Hardeman, Willem Harmensen [ende] Willem Hendricksen
[ende] Jan Gijsbertsen op de caerte worden gestelt en[de] soo wel daerop can
en[de] sulck op haer versoeck den 17 janu[arij] 1711.
Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat het graf van Trijn in eigendom komt
van haar achterkleinkinderen. Ook worden hier de kleinkinderen van Trijn bij
name genoemd. Deze kleinkinderen waren de erfgenamen van Trijn.