Frederi(j)cus (Fredrikus, Fredercus) Goddaeus (Goddeus, Gedens, Godens)
Predikant te Bennekom, zoon van Hermannus Goddaeus - predikant en NN, geboren 1624 Vaassen, overleden 1679 BennekomOndertrouw 19-10-1651 Harderwijk, trouwt Amsterdam Barta Wientjes, dochter van Theodorus Wientjes (Wijntjes) - predikant tot Ede en Susanna Keijsers
Kinderen:
Bronnen:
Ds. Fredericus Goddaeus (1624-1679),
Een predikant die zijn sporen in Bennekom naliet.
Henk Gijsbertsen
Predikantenbord
Op de eerste van de drie, in de Oude Kerk, aanwezige predikantenborden staat als
no. 5 vermeld: F. Goddeus - 1648 - Proponent - overleden 1679.
Wie was deze Predericus Goddeus, hoe is hij in Bennekom gekomen?
Zijn komst naar Bennekom blijkt voor de schrijver van dit artikel een merkwaardige
consequentie te hebben.
De predikant heeft zijn sporen nagelaten.
Het geslacht Gödde (pas later werd deze naam veranderd in Goddaeus) komt oorspronkelijk
uit Westfalen, Duitsland.
De overgrootvader van de Bennekomse predikant, Hermann Gödde, werd omstreeks 1526
in Schwerte in het Graafschap Bentheim (Westfalen) geboren.
Hij was Geheimraad van de Gravin van Bentheim.
Zijn zoon Conrad werd omstreeks 1555 in Schüttorf geboren (eveneens in het
Graafschap Bentheim).
Hij overleed na 1625, waarschijnlijk, in Burgsteinfurt.
In 1588 was hij Praeceptor aan de door Arnold IV, Graaf van Bentheim, opgerichte Latijnse
School te Schüttorf.
(Praeceptor = leraar in de klassieke talen aan een Gymnasium).
Hij was van 1591 tot 1625 Conrector en docent Hebreeuws aan het Gymnasium Arnoldinum
in Burgsteinfurt en tot 1610 predikant in Steinfurt.
De datum van zijn huwelijk en de naam van zijn vrouw zijn niet bekend.
Uit het huwelijk werd ca 1585 een zoon geboren, die naar zijn grootvader werd genoemd en dus
de naam Hermann kreeg.
Dit was dus de vader van de Bennekomse predikant.
Omdat het in die tijd vooral in theologische kringen heel gebruikelijk was om een naam
te verlatiniseren, werd de Latijnse variant van Gödde nu Goddaeus en Hermann werd Hermannus.
Hij kreeg in 1600 van Graaf Arnold een studiebeurs (Stipendium) voor het Gymnasium Arnoldinum,
was op 18 november 1609 student in Franeker en werd na een afgelegd examen in juni 1610
benoemd tot predikant in Vaassen.
Hier bleef hij tot aan zijn overlijden in 1634.
Tot 1600 waren er in Nederland maar twee plaatsen met de mogelijkheid voor predikant te
studeren, n.l. Franeker en Leiden.
De Universiteit in Franeker werd gesticht in 1585, die in Leiden in 1592.
Omdat de meeste predikanten die aan deze universiteiten afstudeerden, in Friesland of Holland
werden beroepen, wilde Gelderland ook graag een opleidingsinstituut.
Aanvankelijk werd Zutphen als plaats van vestiging overwogen, maar toen ook Harderwijk
zich kandidaat stelde kreeg deze plaats de voorkeur, omdat hier al een bekende Latijnse
School was.
Op 4 juni 1600 werd het Veluws Gymnasium in gebruik genomen.
Spoedig na zijn bevestiging tot predikant in Vaassen (1610) is Hermannus gehuwd.
De naam van zijn vrouw is onbekend.
Zijn kinderen zijn allemaal in Vaassen geboren en gedoopt.
De oudste, Joannes, waarschijnlijk in 1611.
In 1612 werd zijn zoon Conradus geboren.
In 1624 werd Fredericus geboren.
Verder zijn nog bekend een zoon Hendrick en twee dochters Anna en Christina.
Zijn vrouw is intussen ook overleden, want Hermannus hertrouwt nog in 1633.
Dit is dus geen lang huwelijk geweest; in 1634 overleed hij.
Conradus Goddaeus, het enige lid van de familie waar-
van een portret bekend is.
Conradus
Conradus liet zich samen met zijn broer Joannes op 5 mei 1630 als student inschrijven
aan de Illustre School te Deventer.
Toen zijn vader in 1624 was overleden, volgde hij hem op 22-jarige leeftijd op als predikant
in Vaassen.
Na op 30 april 1634 in Nijkerk door de classis geexamineerd te zijn, werd hij eind mei -
begin juni 1634 door Ds. J.W. Stephanus van Epe, in het ambt bevestigd.
Op 20 januari 1635 trouwde hij in de Bovenkerk te Kampen met Cicilia Steffens,
waarschijnlijk de zuster van Ds. Stephanus van Epe, en uit dit huwelijk zijn tien
kinderen geboren.
Bij de doop van hun kinderen werd ze ook Caecilia en Cecilia genoemd.
Conradus was behalve predikant ook dichter.
Hij was lid van de Muiderkring en bevriend met P. C. Hooft.
Hij is wel het bekendste lid van de familie Goddaeus geweest en ook de enige waarvan een
portret bekend is.
Dit portret hangt in de consistoriekamer van de Hervormde Kerk in Vaassen.
In 1642 publiceerde hij, onder het pseudoniem Curtius Jael, de in het Latijn geschreven satire
"Laus Ululae" - De lof van de uil.
In 1656 verscheen zijn dichtbundel "Nieuwe Gedichten, sonder rijm, naa de griexe en
latynse dichtmaten op allerhande soorten van Verssen ingestelt. Noit voordesen in Nederduits
gesien noch gebruiklik".
Zijn broer Fredericus (Predikant in Bennekom) schreef hierin een gelukwens, die voor in
het boekje werd afgedrukt: "Gij hebt de menschen door Uw nieuwe gedichten als door
den donder getroffen en verstomd doen staan".
Niet iedereen was vol lof over zijn gedichten.
Sommige recenties logen er dan ook niet om.
Men noemde hem o.a. een knutselaar, die nog niet de naam van rijmelaar verdiende;
een hopeloos verzenlijmer.
Wegens ernstige ziekte trad hij in 1655 af en kreeg in 1656 eervol emeritaat.
In 1656 overleed ook zijn vrouwen in 1658 overleed hij zelf en werd in de hervormde
kerk in Vaassen begraven.
Fredericus Goddaeus
Fredericus werd in 1624 in Vaassen geboren.
In 1632 (op 8 jarige leeftijd) kreeg hij van het Kwartier Veluwe een beurs voor de
Illustre School te Harderwijk.
Aan het verstrekken van een beurs was gewoonlijk geen termijn verbonden.
Of hij slecht kon leren, of dat hij er met de pet naar gooide, we zullen het nooit weten.
Een feit is wel, dat toen Fredericus na 12 jaar (1644) zijn studie nog niet had voltooid,
het geduld van het Kwartier op was en hij voor de laatste maal 100 gulden kreeg.
Hij studeerde toen Philosophie.
Wat hij de daarop volgende vier jaren gedaan heeft weten we niet.
Hij heeft zijn studie in ieder geval wel afgemaakt.
Op 19 november 1648 werd hij Proponent (kandidaat) in Bennekom.
Hij was toen dus 24 jaar en nog vrijgezel.
Hij trouwde pas in 1651.
Omdat de attestatie werd gegeven naar Amsterdam, zal het huwelijk dus wel een paar weken
daarna in Amsterdam zijn voltrokken.
Ondertekening door Fredericus Goddaeus
Fredericus Goddaeus,
Predikant tot Bennekom
1624
De toevoeging 1624 was zijn geboortejaar.
Een tweede torenklok
In 1650 werd er voor de toren een "kleine" klok aangeschaft, die 590 kg. woog en 967
gulden kostte.
In 1613 was er al een grote klok van 975 kg. in de toren gehangen.
Op de klok van 1650 kwam een randschrift waarbij ook de naam werd vermeld van Fredericus
Godaeus.
Beide klokken werden op 30 november 1942 door de Duitsers uit de toren gehaald.
De kleine is na de oorlog gelukkig weer terug gevonden.
Van de grote werd in 1949 een kopie gemaakt.
Ioncker Timan Sloot toe Boeckelo Fredericvs Goddevs, predikant tot Bennekom Herman Hermansen op Dickenest Evert Hviberts kerckmeesters Cornelis Gevrtsen-Henrick Wolters Bvermeesters Door dat vier bin ick gevlooten Ioannes Peter en Henriek van Trier gebroeders Hebben my gegooten anno 1650.
Zijn nazaten; waardoor hij zijn sporen in Bennekom naliet
Fredericus liet (voor zover ons bekend) drie kinderen in Bennekom dopen.
Hermannus Hendrikus in ca.1652, Hendrik in ca. 1658 en Catharina in ca. 1660.
In het doopboek van de kerk staat vermeld: Catharina (dochter van Fredericus Goddaeus, VDM.)
(VDM = Verbi Divini Minister = Dienaar des Goddelijken Woords).
Catharina trouwde op 27-09-1685 in Bennekom met Jacob Petersen j.m..
Uit dit huwelijk werd in maart 1696 een zoon Peter "op Harn" geboren.
Hij werd gedoopt op 15-03-1696 in Bennekom. (Peter werd dus, of in het huis "Harn" of
in de buurtschap Harn geboren).
Jacob Peters is voor december 1702 overleden.
Catharina hertrouwde te Bennekom op 14 maart 1706 met Gerrit Peters.
Waarschijnlijk kon zij, ofschoon zij een dochter van een dominee was, niet schrijven.
Op 14 juli 1708 zette zij onder een akte van erfrecht een kruisje.
Peter Jacobsen (Pluim) trouwde op 28-02-1717 met Berntje Arnts Kifkamp.
Zij lieten 9 kinderen dopen.
Hun zoon Wouter Petersz (Pluim), geboren-gedoopt 20-01-1732, trouwde op 18 juli
1756 met Gartje Willems van Roekei j.d. van Bennekom.
Zoon Peter Wouters en Pluim, gedoopt in Bennekom 21-11-1756, trouwde op 24-12-1783
met Maatje Maassen.
Ook zij lieten 9 kinderen dopen.
Peter Wouters nam na 1811 de naam Pluim aan, omdat zijn vader toen al zo genoemd werd.
De dochter Hendrikje Pluim, geboren in Bennekom 04-10-1786 en gedoopt 0810-1786,
trouwde op 30-04-1809 met Wouter van Beek.
Zij lieten 5 kinderen dopen in Ede.
Hun dochter, Neuleke, geboren 29-08-1813 en gedoopt 05-09-1813, trouwde op
07-05-1836 met Hendrik van Manen, geboren in Bennekom op 06-06-1813.
Hendrik van Manen en zijn vrouw Neuleke kregen 7 kinderen.
Hun oudste dochter Bartje, geboren te Bennekom op 2901-1837, trouwde 19-05-1866
met Jan Gijsbertsen, geboren 01-04-1837 in Bennekom.
Over de belevenissen van de broers van Bartje van Manen, die in 1892 emigreerden naar
Noord Amerika, kunt u lezen in "De Kostersteen" m.51 van januari 1995. (blz.5 tlm 10).
Uit het huwelijk van Jan Gijsbertsen en Bartje van Manen werd op 08-01-1870 in Wageningen
een zoon geboren, Hendrik.
Hendrik trouwde op 29-03-1895 met Hermina Anna Zwern.
Zij kregen 8 kinderen.
De oudste zoon, Gerrit Jan Gijsbertsen werd geboren 31-12-1895, aan de Grintweg,
bij de Oude Tol in Wageningen.
Gerrit Jan trouwde op 13-08-1924 met Johanna Adriana Frederica Vlijberge, geboren 01-07-1900
te Middelburg.
In mei 1931 werd hun zoon Hendrik Gijsbertsen geboren.
Besluit
Als Ds. Fredericus Goddaeus in 1648 niet naar Bennekom gekomen was, had ik dit stuk niet
kunnen schrijven.
Daarom onderteken ik dit artikel met:
Henricus Ghijsbertsenius,
1931
Bronnen